Logo Rijksoverheid

Werksessies Landelijke mer-dag

Op donderdag 13 oktober 2022 vindt de tweejaarlijkse landelijke mer-dag plaats op de prachtig gelegen Buitenplaats Kameryck te Kamerik.

Op deze pagina lees je meer over de verschillende werksessies waaruit je kunt kiezen. Er zijn drie werksessierondes. De meeste sessies worden op 2 momenten aangeboden, enkele sessies slechts op 1 moment. Voor elke sessie geldt een maximum aantal deelnemers.

Burgers hebben kennis en belangen die bij belangrijke besluiten meegewogen moeten worden en die bij kunnen dragen aan een beter en vollediger milieueffectrapport. Toch ontvangen we tijdens het formele participatiemoment aan het begin van een milieueffectrapportage vaak nauwelijks reacties van burgers. Laten we hiermee kansen onbenut? En kunnen we deze situatie verbeteren? Daar gaan we in een interactieve werksessie, geleid door Directie Participatie van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, op in. Na een plenaire introductie gaan we zelf aan de slag door een plan op te stellen, waarbij we ingaan op de samenhang tussen participatiemomenten en de mer-procedure en op de participatievormen die hierbij ingezet kunnen worden.

Werksessieleiders: 

  • Regien Visser, senior adviseur participatie bij Ministerie van IenW, Directie Participatie
  • Tom Schuurmans, programmamanager Kennisknooppunt Participatie bij Ministerie van IenW, Directie Participatie
  • Wout van der Gun, adviseur MIRT/mer bij Rijkswaterstaat

We staan voor veel grote opgaven die gepaard gaan met ingrijpende en omvangrijke veranderingen. Of het nu gaat over onze voedselvoorziening, de woningbouw, de energietransitie of de klimaatopgave, het gaat over uitdagingen waar we allemaal mee te maken krijgen. Dit zorgt voor spanning waardoor er allerlei ‘feitenstromen’ rondgaan. Het gevaar van desinformatie ligt op de loer. Als valse berichten worden verspreid kan het soms lastig zijn om hier mee om te gaan. Maar wat is desinformatie precies, hoe werkt het en bovenal hoe kunnen we er mee omgaan? In deze werksessie onderzoeken we samen het fenomeen van desinformatie en koppelen we het aan onze praktijk van planvorming en mer.

Werksessieleiders:

  • Thijs Kraassenberg, senior adviseur Strategisch Omgevingsmanagement bij WesselinkVanZijst
  • Steffie Bes, adviseur Strategisch Omgevingsmanagement bij WesselinkVanZijst

Met digitaal MER is inmiddels de nodige ervaring opgedaan. Interactieve kaarten, visualisaties, dashboards en andere technieken worden ingezet om een veelheid aan informatie in een MER voor een ieder toegankelijk(er) te maken. In deze werksessie laten we u aan de hand van praktijkvoorbeelden zien waar het digitaal MER nu staat en hoe het eruit kan zien. Ook kijken we vooruit. We gaan met u in gesprek over ontwikkelingen en kansen om het digitaal MER beter te benutten, verder te ontwikkelen en hoe dat het mer-proces en de besluitvorming kan ondersteunen. Denk bijvoorbeeld aan mogelijkheden voor e-participatie, het ophalen van lokale kennis of een rol in alternatiefontwikkeling.

Werksessieleiders:

  • Paul Eijssen, strategisch adviseur effectstudies bij RHDHV
  • Hugo Weimer, adviseur milieueffectrapportage bij Tauw
  • Johan Christen, specialist milieueffectrapportage bij Arcadis

Hoe kijken we aan tegen de kwaliteit van MER’en en wat is eigenlijk kwaliteit? In deze werksessie gaan we aan de hand van een aantal vragen en stellingen met elkaar in gesprek over criteria voor een voldoende of goede MER: waar moet een MER aan voldoen? En wat of wie is bepalend voor de kwaliteit van een MER? Naast objectief inhoudelijke criteria gaat het ook om functionele criteria: helpt een MER om belanghebbenden goed te informeren en leidt een MER tot betere plannen, betere afwegingen en een beter milieu? Welke mogelijkheden voor verbeteringen zien we? En moeten we onder de Omgevingswet anders naar de kwaliteit van een MER kijken? Of naar de rol die we samen hebben om de kwaliteit van het MER te (blijven) borgen?

Werksessieleiders:

  • Lex Runia, senior adviseur Ruimtelijke Strategie bij Antea Group
  • Steven Pieters, senior adviseur milieueffectrapportage bij DCMR Milieudienst Rijnmond

In de laatste jaren zijn voor veel gemeentelijke Omgevingsvisies planMER’en opgesteld en van advies voorzien door de Commissie voor de milieueffectrapportage. Het instrument is nog in ontwikkeling en de Commissie heeft tot op heden nog geen positieve toetsingsadviezen afgegeven. Tijdens deze werksessie gaan we hier samen met de Commissie voor de milieueffectrapportage en twee adviesbureaus op in: hoe kan een MER je helpen om met je plan en visie huidige en toekomstige ruimtevragen te beantwoorden? Welk laaghangend fruit is er om het MER structureel te verbeteren? Wat adviseert de Commissie en waar lopen bureaus tegenaan tijdens het opstellen van een MER? Over deze onderwerpen voeren we een gesprek aan de hand van een aantal met het publiek gedeelde stellingen.

Werksessieleiders:

  • Véronique Maronier, adviseur milieueffectrapportages en planstudies bij RHDHV
  • Just Verhoeven, projectmanager ruimtelijke strategie bij Antea Group
  • Willemijn Smal, werkgroepsecretaris bij Commissie m.e.r.
  • Pieter Jongejans, werkgroepsecretaris bij Commissie m.e.r.

De Handreiking Milieueffectrapportage voor omgevingsplannen van de VNG en de Commissie voor de milieueffectrapportage staat vol met concrete tips voor de omgevingsplanmaker, de beleidsadviseur en de mer-professional. De VNG en Commissie laten zien hoe de ontwerpvragen voor het omgevingsplan goed samen kunnen gaan met de verschillende onderdelen van het milieueffectrapport. In deze verdiepende werksessie gaan we uit van enige kennis over de Omgevingswet en het omgevingsplan bij deelnemers en gaan we in op vragen als: hoe krijg je inzicht in de leefomgeving en hoe maak je de beleidskeuzes inzichtelijk? Hoe worden lokale ambities in de leefomgeving goed ingepast? Hoe vul je de onderdelen van een milieueffectrapport voor een meer ‘open’ of een meer ‘gesloten’ omgevingsplan in? Deze vragen helpen bestuurders en planmakers om milieueffectrapportage te benutten bij het maken van een omgevingsplan.

Werksessieleiders:

  • Marianne Schuerhoff, werkgroepsecretaris bij Commissie m.e.r.
  • Nienke van Renssen, jurist bij Programma Omgevingswet, VNG

Een programma is één van de kerninstrumenten onder de Omgevingswet. Overheden formuleren daarin (uitvoeringsgericht) beleid en maatregelen die leiden tot de gewenste kwaliteit van de fysieke leefomgeving.  Voor een aspect van de leefomgeving of voor een bepaald gebied. Deze programma’s zijn veelal plan-mer-plichtig. Inmiddels is vooral op rijks en provinciaal niveau een aantal programma’s opgesteld, waarvoor een planMER is opgesteld. In deze werksessie nemen we u mee in de ervaringen met het opstellen van planMER’en voor twee van deze programma’s: het Nationaal Water Programma en het Regionaal water- en bodemprogramma Noord-Brabant. Wat zijn de ervaringen? Welke dilemma’s kom je tegen? Zijn er verschillen tussen de beleidsniveaus? En hoe heeft het planMER doorgewerkt naar de besluitvorming?

Werksessieleiders: 

  • Lies van Campen, projectleider PlanMER Nationaal Water Programma 2022-2027 bij Rijkswaterstaat
  • Frans Dotinga, senior adviseur milieueffectrapportage bij Arcadis
  • Jos van der Wijst, mer-coördinator bij provincie Noord-Brabant
  • Jacqueline Bulsink, adviseur milieueffectrapportage bij Witteveen + Bos

Dat het nogal eens schuurt tussen de Nederlandse mer-regelgeving en het Europese recht, bleek ook de afgelopen tijd weer. Zo oordeelde de Raad van State op basis van richtinggevende arresten van het Europese Hof dat de landelijke windturbinebepalingen ten onrechte niet door een plan-mer vooraf zijn gegaan. Andere kaderstellende regels en beleidsdocumenten kunnen ook plan-mer-plichtig zijn. Ook de mer-richtlijn voor projecten blijft de gemoederen bezig houden. Tenslotte zijn er voor de praktijk diverse relevante uitspraken verschenen over o.a. de te volgen procedures en de inhoud van MER’en. In deze werksessie nemen we u mee in de actuele jurisprudentie rondom mer en de consequenties daarvan voor de mer-praktijk.

Werksessieleiders: 

  • Marcel Soppe, advocaat bij Soppe Gundelach advocaten
  • Tessa Rötscheid, advocaat bij Soppe Gundelach advocaten

In deze werksessie praten we u bij over hoe de regelgeving van milieueffectrapportage (mer) in de Omgevingswet is opgenomen en wat de belangrijkste wijzigingen zijn. We gaan onder andere in op de relatie van mer met de instrumenten van de Omgevingswet, het bepalen van de mer-(beoordelings)plicht, wijzigingen in de mer-(beoordelings)procedure, plan-mer-beoordeling, en het overgangsrecht. Waar mogelijk worden aandachtspunten voor de uitvoeringspraktijk aangestipt. Deze werksessie geeft een overzicht en is daarmee bedoeld als een basis- en overzichtssessie, gericht op de (procedurele) veranderingen die onder de Omgevingswet voor mer gaan plaatsvinden en hoe daarmee om te gaan.

Werksessieleiders:

  • Corrie Smit, zelfstandig adviseur bij Corrie Smit Advies
  • Pascale van Duijse, Beleidscoördinator milieueffectrapportage bij het Ministerie van IenW/DGMI

Sinds enige tijd is er de mogelijkheid om, in bepaalde gevallen, een plan-mer-beoordeling uit te voeren. Er hoeft niet altijd meer automatisch een planMER voor een (gemeentelijk) plan te worden opgesteld in geval een passende beoordeling voor het plan wordt gemaakt. Er zijn inmiddels een aantal plan-mer-beoordelingen uitgevoerd en de eerste jurisprudentie is verschenen. Onder de Omgevingswet wordt de toepassing van dit instrument verruimd. In deze werksessie nemen we u aan de hand van voorbeelden en eerste jurisprudentie mee in de ins en outs van de plan-mer-beoordeling, inclusief de gevolgen van de Omgevingswet. Hierbij is er veel ruimte voor interactie en uitwisseling van ervaringen. We gaan in op wat een plan-mer-beoordeling inhoudt, wanneer het kan worden toegepast, wat de vereisten zijn, de procedurele aspecten en waarop je moet letten bij de toepassing ervan.

Werksessieleider: 

  • Heino Witbreuk, advocaat Omgevingsrecht bij Hekkelman Advocaten
  • Marie-Anne Bullens, advocaat bij Hekkelman Advocaten

Sinds 1993 ondersteunt de internationale tak van de Commissie voor de milieueffectrapportage de verbetering van mer-systemen wereldwijd. Voor het opstellen van verbeteringsplannen wordt altijd eerst een SWOT analyse van het systeem uitgevoerd.  Daarvoor is een speciale methode ontwikkeld: de ‘ESY MAP’. Deze ESY MAP was nog nooit uitgevoerd voor het Nederlandse mer-systeem. Tijdens deze werksessie bespreken we de resultaten van een recente ESY MAP workshop met vertegenwoordigers van de belangrijkste stakeholders in het Nederlandse mer-systeem. Er is ruimte voor reflectie en discussie: wat doen we al goed en wat kan eventueel nog beter? We spreken met elkaar over de kracht van het Nederlandse mer-systeem en mogelijke verbeteringen daarvan. Denk daarbij aan voorwaarden die nodig zijn om een mer-procedure te doorlopen: opleiding, een helpdesk, professionele uitwisseling. En aan de context waarbinnen het mer- systeem functioneert: normen en standaarden, toegang tot kennis, wetgeving.

Werksessieleiders: 

  • Rob Verheem, directeur internationaal bij Commissie m.e.r.
  • Susan Vernij, beleidsmedewerker bij Ministerie van IenW / DGMI

Met de komst van de Omgevingswet krijgt gezondheid een grotere rol in planvorming en in milieueffectrapportage. Maar hoe beoordeel je gezondheidseffecten in milieueffectrapportage. Welke omgevingsfactoren zijn relevant? Hoe vertaal je die naar gezondheid en welzijn? Betekent dat dan rekenen (of niet)? Een gedeelde visie over uitgangspunten en aanpak van het beoordelen van gezondheid in MER-studies mist momenteel. Het RIVM ontwikkelt daarom een handreiking om de impact van plannen en projecten op gezondheid en welzijn, in relatie tot de leefomgeving, te kunnen beoordelen. In deze werksessie verneemt u de stand van zaken en gaan we met u in gesprek over: relevante thema’s, mogelijke beoordelingsmethoden en toepassing in de mer-praktijk. We reflecteren tevens op de praktijk vanuit het perspectief van RWS/ IenW. De opbrengst van deze werksessie wordt gebruikt bij de verdere uitwerking van de handreiking.

Werksessieleiders: 

  • Loes Geelen, wetenschappelijk medewerker leefomgeving en gezondheid bij RIVM
  • Hans Schmitz, strategisch adviseur geluid, lucht en natuur bij Rijkswaterstaat

Bij de mer-procedure wordt steeds vaker geadviseerd om het thema circulariteit mee te nemen in de effectbeoordeling. De wijze waarop circulariteit kan worden beoordeeld, ligt niet eenduidig vast en is nog in ontwikkeling. In deze werksessie bespreken we de kaders die er momenteel zijn om de beoordeling van circulariteit in een MER vorm te geven. Aan de hand van praktijkvoorbeelden op het gebied van stedelijke gebiedsontwikkeling en dijkversterking (verkenning) gaan we samen aan de slag en bespreken en bediscussiëren we de wijze waarop circulariteit beoordeeld kan worden in een MER. We geven noties en aandachtspunten mee, die u kunt betrekken bij het uitwerken van een beoordelingskader en uitvoeren van een effectbeoordeling.

Werksessieleiders: 

  • Wouter Schik, senior adviseur duurzaamheid bij Arcadis
  • Heike Gaasbeek, senior adviseur duurzaamheid bij WSP

De ondergrond krijgt in Nederland een steeds belangrijkere rol in ruimtelijke ordeningsvraagstukken. In het regeerakkoord staat dat bodem en water leidend zijn voor de inrichting van ons land. We verwachten dat het betrekken van de ondergrond in de planvorming tot grotere kansen leidt voor ruimtelijke opgaven op het gebied van woningbouw, natuur, klimaatadaptatie en energietransitie. Bij nieuwe ontwikkelingen zullen we daarom af moeten wegen welke kansen én beperkingen er vanuit de ondergrond zijn. Het milieueffectrapport kan helpen bij de besluitvorming. De ondergrond is echter vaak nog onderbelicht in het MER. Daarom richten we ons in deze werksessie specifiek op de ondergrond. Aan de hand van twee fictieve casussen bespreken we  de manier waarop de ondergrond in een  plan-  of projectMER betrokken kan worden. Tot welke kansen en beperkingen leidt de ondergrond? Welke aspecten zijn relevant om te beoordelen in het MER? En zijn er verschillen tussen project- en planMER in het betrekken van de ondergrond?

Werksessieleiders: 

  • Peter de Graaf, GIS-adviseur energietransitie en ondergrond bij Geodan
  • Martijn Gerritsen, senior adviseur ruimte en milieu bij Tauw
  • Renate van Dijk, consultant ondergrond bij Tauw

In de Omgevingswet staat de fysieke leefomgeving centraal. Hieronder vallen onderwerpen als: geluid, luchtkwaliteit, water, ruimtelijke ordening, externe veiligheid, gezondheid, monumentenzorg, landschap en natuur. Er vindt integratie van verschillende wetten plaats waarbij er vernieuwingen zijn doorgevoerd. Welke consequenties heeft dit voor de effectbeoordelingen in een MER? Is er sprake van nieuwe thema’s of andere beoordelingscriteria en zo ja welke? Zijn er grote wijzigingen voor bestaande milieuthema’s die doorwerken naar het beoordelingskader dat in een MER moet worden gehanteerd? Of gaat het om fine tuning van de bestaande kaders? In deze werksessie gaan we samen aan de slag om te verkennen hoe het nieuwe beoordelingskader eruit gaat zien. Het resultaat van de werksessie is een ‘blauwdruk’ van een beoordelingskader dat u direct kunt gebruiken!

Werksessieleiders: 

  • Liesbeth Schippers, advocaat bij Pels Rijcken
  • Julian Kramer, advocaat bij Pels Rijcken